Op maandag 24 juni verzamelde Belgian Cycling zijn renners voor een infosessie gegeven over de Olympisch Spelen in Tokio in 2020. Greg Van Avermaet, Lotte Kopecky, Victor Campenaerts en Tiesj Benoot waren onder meer van de partij.
Op de Olympische Spelen van 2016 behaalde Belgian Cycling brons met Jolien D’hoore en goud met Greg Van Avermaet. In 2020 vinden de Spelen in Tokio plaats, een ander continent, op 12 uur vliegen van Brussel, zeven uur tijdsverschil en andere weersomstandigheden.
De Belgische selectie zal wellicht in totaal met 22 renners naar Tokio trekken: 8 wielrenners, 11 pistiers, 1 BMX-er bij de vrouwen, 1 mountainbiker bij de vrouwen en 1 bij de mannen. Technisch directeur Frederik Broché gaf tekst en uitleg bij het programma van de Belgische wielrenners in Machelen. Voorlopig lijkt het er op dat de Belgische delegatie vijf renners mag afvaardigen voor de wegrit op zaterdag 25 juli, net zoals in 2016.
"Wie geselecteerd wordt voor de tijdrit, maakt ook deel uit van de wegselectie. In principe mag België twee renners afvaardigen in die tijdrit. Dat is een keuze die in de loop van de komende maanden wordt gemaakt", aldus Broché. "Bij de vrouwen staat het aantal voorlopig op vier, maar we gaan er vanuit dat we met drie naar Tokio trekken, waarvan één iemand voor de tijdrit." Daarnaast trekt Belgian Cycling met liefst elf pistiers naar Tokio: daarvan wellicht vijf mannen en zes vrouwen. Speerpunten zijn dan Jolien D'hoore, Nicky Degrendele en Lotte Kopecky. Bij de mannen lijkt de hoop op een medaille vooral op de ploegkoers te liggen. Er zijn vijf wielerdisciplines op de Spelen: wegwielrennen, piste, mountainbike, BMX en BMX-freestyle, een nieuwe discipline waarvoor Belgian Cycling niet van plan is om iemand af te vaardigen.
Opletten voor de weersomstandigheden
In Tokio wordt het volgend jaar opletten voor de weersomstandigheden. Inspanningsfysioloog Peter Hespel van de KULeuven gaf een kleine infosessie. "Dit wordt totaal iets anders dan de hitte op het WK in Qatar", gaf hij mee. "Daar was het warm, heet zelfs (temperaturen van 36, 37 graden waren toen eerder regel dan uitzondering, red), maar in Tokio zal dat helemaal verschillend zijn. Het wordt er weliswaar minder warm, meestal zo'n 28 graden in die periode van het jaar, maar de luchtvochtigheid bedraagt zo'n 80 procent en dat is andere koek. In Qatar had je droge warmte, zoals ook vaak hier in Europa, in Tokio wordt dat een vochtige warmte. Je zal heel veel zweten en dat vraagt een specifieke voorbereiding."
De renners kregen alvast heel wat info mee en beslissen nu zelf welke voorbereidingen ze treffen richting Tokio. Hespel gaf ook mee dat de ideale aankomsttijd twee weken voor het event is om te acclimatiseren. Dat wordt, zeker met de Tour die eindigt op 19 juli, niet evident voor de wegrenners. Hun wegrit staat immers zes dagen later al op het programma.
Het parcours van de wegrit voor de mannen is 234 km en telt, naargelang de bronnen, tussen 4.300 en 4.865 hoogtemeters. De vrouwen krijgen 137 km voorgeschoteld, met zo'n 2.692 hoogtemeters. Er volgt een testevent op 21 juli van dit jaar. Bondscoach Rik Verbrugghe trekt dan met vijf renners naar daar. "Dat gaat uiteraard niet om Tour-renners", gaf hij mee. "Maar ik zal renners selecteren die toch ook wel gebaat zijn bij zo'n event. Dan denk ik luidop aan Bjorg Lambrecht. Hij gaat niet naar de Tour, maar komt wel in aanmerking voor een selectie voor Tokio. Uiteraard moeten we dat nog bespreken met de ploegen en de renners zelf. Het is alleszins belangrijk om met goede info terug te keren van die trip naar Japan."