Op het EK baanwielrennen in het Nederlandse Apeldoorn heeft het Belgische vrouwenteam in de ploegenachtervolging zich woensdagavond ondanks een Belgisch record niet kunnen plaatsen voor de strijd om brons. Ook de mannen hebben zich niet kunnen plaatsen voor het duel om brons in de ploegenachtervolging. De twee plaatsen in de top acht, en vooral de puntenoogst die daaraan is verbonden is, zijn wel belangrijk met het oog op de Olympische Spelen van volgend jaar in Tokio.
Annelies Dom, Shari Bossuyt, Jolien D'hoore en Lotte Kopecky hadden de vijfde tijd in de kwalificaties neergezet (4:25.730) en maakten daardoor geen kans meer op goud of zilver. Daarvoor moesten ze in de top vier eindigen. Een wedstrijd om het brons in dit olympisch nummer kon wel nog, op voorwaarde dat ze in de eerste ronde een van de twee snelste tijden onder de niet-finalisten noteerden. Maar dat lukte net niet. In die eerste ronde wonnen de Belgen vlot hun duel tegen Nederland met een tijd van 4:21.933, waarmee ze ruim een seconde onder het vorige Belgische record doken (4:23.181). Maar het nieuwe record volstond niet om door te stoten naar het gevecht om brons. Dat wordt een strijd tussen Frankrijk en Italië. De finale gaat donderdag tussen Duitsland en Groot-Brittannië.
Kenny De Ketele, Robbe Ghys, Rune Herregodts en Sasha Weemaes moesten na een achtste chrono in de kwalificaties in de eerste ronde aan de bak tegen Zwitserland. Het Belgische kwartet legde de zestien ronden (4.000 meter) af in 3:57.985, bijna een seconde boven het nationale record van oktober 2018 (3:57.037). Daarmee hielden De Ketele en co in die eerste ronde alleen Polen (4:01.376) achter zich. Om door te stoten naar de wedstrijd om het brons moesten de Belgen bij de snelste twee niet-finalisten zijn. De plaats in de top acht, en vooral de puntenoogst die daaraan is verbonden, is wel belangrijk met het oog op de Olympische Spelen van volgend jaar in Tokio. De finale wordt een duel tussen Denemarken en Italië. Zwitserland en Groot-Brittannië bikkelen om brons.
(i.s.m. Belga)