Robin Hendrix en Isaac Kimeli konden dinsdag op de Olympische Spelen in Tokio geen vuist maken in de reeksen van de 5.000 meter. Allebei eindigden ze achteraan hun wedstrijd.
Hendrix werd in de eerste reeks zestiende in een matige 13:58.37. Op twee ronden van het einde moest hij de snellere lopers laten gaan. "Tegenover de kopgroep kom ik nog een heel pak tekort. Zij zijn van een hoger niveau. Ik geloof wel dat ik er ooit kan geraken, maar dat lukt niet op een half jaar", reageerde hij.
"De warmte speelde ook een rol. Zowel bij mezelf als de eersten zijn de tijden trager. Maar op zich was het een goeie ervaring. De komende jaren zien er mooi uit." Hendrix had zijn zinnen wel gezet op een finaleplaats.
"Het doel was de top vijf maar dan had ik een superdag nodig. Of een persoonlijk record, zoals op het EK indoor in Torun. Maar dat is vooraf moeilijk te voorspellen. Wie hier vandaag in de top vijf eindigt, dat zijn geen "pannenkoeken'. Het was een goede leerschool voor de komende jaren."
Isaac Kimeli had na zijn teleurstellende 10.000 meter vorige vrijdag op beter gehoopt in de 5 km, maar ook dit keer ging het mis. Hij finishte in de tweede reeks als zeventiende in 13:57.36. Na afloop was de Belg met Keniaanse roots zwaar ontgoocheld. "Dit was mijn eigen fout. Ik heb te veel aan de kop en aan de buitenkant gelopen. Daardoor heb ik veel energie verspeeld. Tactisch heb ik het niet goed aangepakt. De laatste drie ronden kreeg ik het moeilijk. Ik voelde de 10.000 meter in de benen, had geen kracht meer."
Kimeli beklaagde zich dat hij voor de dubbel had geopteerd. "Het was verkeerd om aan de 10.000 deel te nemen. Met frisse benen ben ik altijd door. Ik had één keuze moeten maken, voor de 5.000 meter. Er lag hier een open kans met deze tijden."
Belga