Gwenda Stevens is roeister, roeicoach, voorzitster van de nationale roeifederatie, lid van de raad van bestuur van het BOIC en lid van de 'BOIC-taskforce “Women & Sport'. Een geprek over vrouwen in de sport.
Hoe bent u in het bestuursleven terecht gekomen? Was dat voorzien of bij toeval?
Sinds mijn 11 jaar ben ik begonnen met roeien, eerst 4 jaar in Dudzele en nadien in Gent. Ik heb competitie geroeid tot mijn 23ste, mijn laatste wedstrijd hebben we met z’n tweeën gedaan want ik was zwanger van mijn eerste dochter. Nadien heb ik nog een tweede dochter en een zoon gekregen.
Zodra mijn zoontje 3 jaar was, begonnen de roeikriebels terug te komen en besloot ik om de recreatieroeiers en de jeugd te begeleiden in mijn club. Ik had in die jaren mijn diploma hulptrainer behaald en daar wilde ik wel iets mee doen. In 1999 ben ik in het bestuur gekomen van mijn roeiclub waar ik al sinds 1983 lid was en daar is het zo een beetje mee begonnen.
In 2001 is mijn vader op zijn 63ste overleden en dat was voor mij een keerpunt in mijn leven, de vraag die ik mezelf stelde was wat ik verder met mijn leven ging doen. Dit is als het ware een soort wake-upcall geweest. Ik heb toen besloten om ervoor te gaan, mijn drijfveer was en is nog steeds om te doen wat ik graag doe en niet wachten tot het te laat is om iets te bewerkstelligen. Vandaar ik dan de weg van het bestuursleven ben ingeslagen, eerst in de Vlaamse Roeiliga en vanaf 2004 bij de Koninklijke Belgische Roeibond, eerst als secretaris-generaal en later via het ondervoorzitterschap ben ik doorgegroeid tot voorzitter.
In 2013 werd ik de eerste vrouwelijke voorzitter ooit binnen de roeibond. In 2017 heb ik mij kandidaat gesteld voor de raad van bestuur van het BOIC en ook hier werd ik verkozen als eerste Vlaamse vrouwelijke bestuurslid.
Hoe is de verdeling man-vrouw binnen de federatie?
In het begin was ik de enige vrouw in het bestuursorgaan van de Koninklijke Belgische Roeibond maar stap voor stap heb ik kunnen bekomen dat er vrouwen bij kwamen. Nu is de verdeling 5 vrouwen en 3 mannen.
Is er positieve verandering op het gebied van gendergelijkwaardigheid?
Binnen de roeibond is er zeker heel wat veranderd, meer vrouwelijke collega’s zijn erbij gekomen. Zelf zag ik dat als een belangrijke taak om hierin een actieve rol te spelen, zelf andere vrouwelijke collega’s aan te spreken en ook goed uit te leggen wat er van hen wordt verwacht. Natuurlijk moet er over gewaakt worden dat er wel een gezonde balans man/vrouw kan behouden worden.
Zijn daar specifieke acties voor ondernomen?
Op bestuursniveau is het gewoon belangrijk dat er goed wordt uitgelegd aan nieuwe vrouwelijke collega’s wat de functie inhoudt en je hen daarin zal begeleiden. Grote acties hebben we daar niet meteen moeten voor uitvoeren aangezien wij een behoorlijk kleine federatie zijn.
Is er gendergelijkwaardigheid binnen uw sport?
Bij het roeien hebben we vooral bij de jeugd een mooi evenwicht maar naarmate ze de kaap van 18 jaar overschrijden, verliezen we heel wat roeiende meisjes en wordt de internationale bezetting heel mager voor België.
Op gebied van coaches is er een positieve verandering aan het komen maar het kan nog steeds beter. We hebben al een paar goede coaches die hun mannetje kunnen staan.
Bij de officials (kamprechters) hebben we een redelijk goede balans. Op gebied van atleten en coaches zijn acties nodig, vooral op clubniveau.
Binnen het BOIC TF is er ook een focus op de gendergelijkwaardigheid. Welke acties zijn daar voor nodig?
In 2018 en eind 2020 werd een er bevraging uitgestuurd om te zien waar de eventuele problemen liggen, wat de redenen zijn waarom vrouwen minder vlug overstappen naar bestuursfuncties of leidende functies, waar vrouwen tegenaan lopen, waar atleten en coaches tegenaan botsen … Zo hebben we een houvast en krijgen we zicht op waar er dient aan gewerkt te worden, hoe we als taskforce een meerwaarde kunnen zijn.
BOIC-taskforce
Met onze taskforce zijn we vorig jaar een samenwerking gestart met de Game Changers, een groep bekende atleten, met wie we het platform “Empowering Women in Sports” zijn opgestart en gezamenlijke acties zullen ondernemen. Voor de taskforce staan er acties klaar zoals het organiseren van netwerk- en vormingsdagen zoals een tweede colloquium “Women and Sports” of overleggen met commerciële partners, media, beleidsmakers en politieke instanties rond dit thema.
Welke rol spelen de media, vooral op het gebied van sensibilisering?
Media spelen een heel grote rol hierin. De laatste twee jaar is er een positieve evolutie en dat is meteen voelbaar. Zoals het uitzenden van damesvoetbal en dameswielrennen, zoiets heeft al meteen een positieve invloed.
Hoe ziet u de toekomst?
Ik ben ervan overtuigd dat we in de goede richting aan het gaan zijn en naar een gezonde mix gaan van mannen en vrouwen in de sport en dit op de 4 niveaus: atleten, coaches, bestuursleden en officials.
Een mooi evenwicht zal uiteraard ten goede komen van de sport op alle niveaus, dat is duidelijk! Als ik naar mijn eigen toekomst kijk, wil ik graag verder doen met een even grote passie als de voorgaande jaren zodat ik achteraf, op mijn oude dag, tevreden kan zeggen dat ik alles uit de kan heb gehaald en met een voldaan gevoel kan terugkijken op mijn carrière in de sport.