Louis Croenen eindigde donderdag op de Olympische Spelen in Tokio met de 28e kwalificatietijd achter zijn naam in de reeksen van de 100 meter vlinderslag. De Kempenaar had vooraf al ingeschat dat een ticket voor de halve finales wellicht te hoog gegrepen was, maar hij hoopte zijn Belgische record aan te scherpen. Dat lukte evenwel niet.
"Het gevoel was goed maar mijn tijd (52.23) is weer "net niet". Ik had graag 51.99 gezwommen, één honderdste onder het Belgisch record. Maar dit is een beetje het verhaal van mijn Spelen. Het komt net niet uit zoals ik het wil. Echt jammer."
Croenen startte eerder op de 200 meter vlinder, zijn favoriete afstand en de discipline waarin hij vijf jaar geleden in Brazilië nog olympisch finalist was. Dit keer strandde hij met de zestiende en traagste tijd in de halve finales. Zowel op de 100 als de 200 meter presteerde Croenen in het Tokyo Aquatics Centre beter dan de plaats die hij op basis van zijn inschrijvingstijd waard was, respectievelijk 40e en 20e.
"Zo slecht is het dus ook allemaal niet. Maar ja, ik kom voor meer. Op dit niveau is het hard, alles ligt zo dicht bij elkaar. Het zwemmen is erg geëvolueerd de voorbije vijf jaar. De tijden zijn een pak sneller dan in Rio. Maar, ik moet naar mezelf kijken. Ik heb het twee keer net niet gehaald. Dat moeten we analyseren."
Croenen nam op zijn 27e voor de derde keer deel aan de Spelen. Of hij er in Parijs ook nog bij zal zijn, is een open vraag. "Ik weet het zelf nog niet. Ik heb mij vooral geconcentreerd op deze wedstrijden en nu kan ik daar stilaan over beginnen nadenken." Nu de Spelen er voor hem opzitten, kan Croenen zich voluit richten op zijn master sportmanagement aan de VUB.
"Ik probeer volgend jaar af te studeren. Er wachten mij nog een thesis en twaalf weken stage. Het wordt nog een druk jaar dus misschien zal de focus wat meer op de school liggen. Eens dat hopelijk in juni afgerond is, heb ik nog twee jaar (tot Parijs 2024) om alles op het zwemmen te zetten."
Belga