Nina Derwael wordt een van de speerpunten van Team Belgium op de Spelen in Tokio. Aan de brug met ongelijke leggers hoopt de Limburgse olympisch goud toe te voegen aan haar erelijst. Als tweevoudig regerend wereldkampioene lijkt ze in polepositie te liggen, al houdt ze zelf de druk af.
"Ik ben niet bezig met een favorietenstatus en ik weet ook niet of dat zo belangrijk is", benadrukt ze zaterdag tijdens een onlinepersmoment van het BOIC. "Ik moet gewoon naar mezelf kijken. Een wedstrijd moet altijd geturnd worden. Het is heel moeilijk te zeggen of ik vandaag de topfavoriete ben. Ik hoor sowieso tot een van de favorieten, maar we zijn met enkelen."
De 21-jarige Derwael kende geen rimpeloze aanloop richting Tokio. Ze kreeg onder meer te kampen met een coronabesmetting, moest enkele keren in quarantaine en sukkelde ook met de enkel waardoor ze moest afzeggen voor het EK. "Het was een heel moeilijk jaar voor alle atleten, en dus ook voor mij", geeft ze toe. "Maar we hebben het zo goed mogelijk proberen te doen en ik voel mij klaar om te vertrekken."
Met welke oefening ze aan de brug een gooi zal doen naar olympische roem (ze toonde onlangs een oefening met hogere startwaarde van 6.7), is ze nog niet uit. De FIT-Challenge in Gent, de laatste generale repetitie, bracht daarvoor geen duidelijkheid. "We hebben twee opties en we zullen pas op het laatste moment beslissen. Het wordt de oefening waar ik mij het beste bij voel en waarbij de eindscore zo hoog mogelijk is."
Derwael wil zich in Tokio ook in de allroundcompetitie tonen. "Ik ben blij dat ik de vier toestellen kan doen. Ik ben ook blij met de vooruitgang die ik heb gemaakt in het voorbije jaar. Ik kan een hele mooie balkoefening tonen met een nieuwe sprong. Die maakt mij competitiever in vergelijking met twee jaar geleden op het WK."
In 2019 eindigde ze allround als vijfde, in 2018 als vierde. Voor Derwael worden het de tweede Spelen. "In Rio was ik nog heel jong, ik was amper 16. Het was ook mijn eerste competitie als senior en ik heb er heel veel geleerd. Ik weet nog dat ik voor de allroundfinale in de opwarmingszaal rondkeek en bij mezelf dacht: "damn, ik ben hier de jongste".Na de Spelen heb ik ook een klik gemaakt in mijn hoofd en tegen mezelf gezegd dat ik meer wilde halen dan ik tot dan had gedaan."
Derwael werd in de allroundfinale negentiende maar haalde geen toestelfinale, ook niet aan haar geliefde brug met ongelijke leggers. "Turnen blijft een jurysport en misschien had ik wel meer punten verdiend. Maar ik had toen nog niet zoveel naambekendheid en we kwamen ook al meteen in de eerste subdivisie in actie. Misschien was de jury toen nog niet goed wakker", kan ze er nu om lachen.
Het BOIC maakte zaterdag de namen bekend van de drie gymnastes die Derwael zullen vergezellen. Het zijn Maellyse Brassart, Jutta Verkest en Lisa Vaelen. "We hebben een heel erg sterk team. Iedereen heeft enorm hard gewerkt, zowel zij die nu in het team zitten als zij die ernaast zijn gevallen. We hebben elkaar naar een hoger niveau getild. We hebben een heel mooi potentieel. Ik kijk ernaar uit om hen te zien 'shinen' op de Spelen", benadrukt Derwael.
Met haar 21 lentes wordt Derwael in turnmiddels stilaan bij de ouderen gerekend, maar zelf lijkt ze Tokio niet te zien als de laatste kans om op olympisch niveau te schitteren. "Is het nu of nooit? heb er alleszins alles voor gedaan. Vandaag zie je wel wat gymnasten die op een oudere leeftijd blijven verder turnen en heel mooie resultaten halen, zoals Becky Downie (een 29-jarige Britse) die op het WK in Stuttgart zilver won (aan de brug, na Derwael). Het is zeker niet zo dat het nu alles of niets is."
Belga