Remco Evenepoel vertoeft van alle Belgen al het langst op Japanse bodem. Het 21-jarige toptalent vertrok op 11 juli naar het land van de Rijzende Zon, waar hij zaterdag in de wegrit en komende woensdag in de tijdrit hoopt te scoren.
Samen met Wout van Aert is Evenepoel de Belgische medaillehoop aan de voet van Mount Fuji, waar op een voormalig F1-circuit de aankomststreep is getrokken. "Ik denk dat vooral Wout de favoriet is", zegt Evenepoel.
"Als je ziet hoe hij de voorbije weken heeft rondgevlogen, dan denk ik dat hij de vorm van zijn leven te pakken heeft. Hij ziet er ook heel goed en scherp uit. Wout moet zeker geen schrik hebben van dit parcours."
Met bijna 5.000 hoogtemeters is het nochtans loodzwaar, zo erkent Evenepoel. "Het is heel lastig. Het gaat heel de tijd op en af en ook de warmte maakt het zwaar. Het worden 234 lange kilometers. Ik vergelijk het parcours met dat van de Clasica San Sebastian (die hij in 2019 won) met een lange klim in het midden en steilere klimmetjes op het einde. Het is zeker een parcours dat ik verkies voor een kampioenschap. Ik ben blij dat het parcours zo lastig is."
Van Aert zal volgens Evenepoel vooral de Mikuni Pass moeten overleven. "Daar ligt voor hem het moeilijkste punt. Die is heel steil met stukken van 20 procent en Wout is iemand van rond de 75 kg. Dat is toch een vijftiental kg meer dan de echte lichtgewichten en dat kan doorslaggevend zijn want er wachten steile stukken tot 20 procent."
Evenepoel is klaar om te presteren, zegt hij. "Ik heb er alles aan gedaan om klaar te zijn. Een hoogtestage, zware trainingen hier te plaatse. Het gevoel is OK, nu hoop ik op goede benen zaterdag. Op dit parcours zal niet gelogen worden. De sterkste zal winnen."
Het is inmiddels bijna een jaar geleden dat Evenepoel zijn loodzware val maakte in de Ronde van Lombardije. "Eigenlijk zit ik een beetje in het jaar van de overgang, het jaar na de val", legt hij uit. "Ik gebruik dit hele jaar om op zoek te gaan naar het topniveau. Is het nu, op het EK of het WK of pas volgend jaar, ik zal het moeten aanvaarden. Ik doe er ondertussen wel alles voor en probeer zo snel mogelijk naar die topvorm te gaan. Het lichaam moet een 'go' geven en verder moet ik geduldig zijn. Maar mijn benen draaien goed en ik heb de souplesse terug. Dat is meestal een goed teken."
Belga