Sofie Cox is rolstoeltennisster en is daarnaast ook rolstoeldanser op wereldniveau. We spraken met haar over sport als therapie om je lichaam te aanvaarden, en over het aanmoedigen van jeugd om rolstoeltennis te spelen.
Hoe ben je begonnen met sport?
Ik heb vroeger heel veel sporten gedaan zoals zwemmen. Ik heb muziekschool gedaan en keyboard leren spelen. Ik heb aan veel verschillende sportdagen meegedaan. Er was ook een dag voor mensen met een handicap en rolstoeltennis was een van de sporten. Zo ben ik begonnen. Ik combineer het tennis met dansen en daarin ben ik actief op WK-niveau.
Is er verschil tussen mannen en vrouwen in rolstoeltennis wat betreft erkenning en prijzengeld?
Op financieel gebied eigenlijk niet. Gehandicaptensport in het algemeen is uiteraard niet zo bekend en is niet interessant genoeg voor sponsors omdat we nooit op tv komen.
Daar is de laatste jaren wel verschil in gekomen, vooral door de Olympische Spelen in Londen. Die hebben daar eigenlijk heel veel voor gedaan omdat in het Verenigd Koninkrijk de gehandicaptensport veel meer aanzien heeft. Zij hebben ervoor gezorgd dat Londen de Paralympische Spelen groots in beeld kon brengen. Rio heeft dat dan verder uitgebouwd.
Wat kan er verbeterd worden?
Het zou goed zijn als er meer aandacht kwam voor de brede basis. De medaillewinnaars die hebben het niveau al bereikt. We moeten net aandacht besteden aan de volgende lichting. Zij hebben hulp nodig om op dat niveau te komen. Zij hebben steun nodig zodat ze niet alles zelf moeten regelen, van sponsors tot trainingen.
Iemand als Joachim Gérard is een inspiratie, maar de drempel is nog te hoog voor jongeren in een rolstoel om te gaan tennissen. Waar moet ik naartoe? Hoe kom ik daar? De brede basis zal er komen als die drempel wordt verlaagd.
Het zou ook goed zijn als rolstoeltornooien meer promotie zouden krijgen, zodat jongeren kunnen komen kijken en inspiratie krijgen om zelf te beginnen.
Zijn vrouwelijke coaches belangrijk?
Op zich wel. Als een man goed is, dan vind ik dat ook prima. In België zijn er te weinig rolstoelcoaches, dus we hebben die keuze niet. Van de coaches die er zijn, groeien sommigen mee met de speler, dus dat is eigenlijk omgekeerd. Er wordt nu wel een specifieke cursus gegeven voor het coachen van rolstoeltennis, en ik merk wel dat er meer coaches komen. Dat is goed, maar ze hebben weinig mogelijkheden om te leren lesgeven, omdat we met te weinig atleten zijn. Als je jeugd kan inspireren om te spelen, dan kunnen die coaches leren door de jeugd te trainen.
Zie jij een rol voor jezelf om jongeren aan te moedigen om te gaan rolstoeltennissen?
Ja, ik ben ook al een aantal keer benaderd om les te geven. Op dit moment heb ik het nog te druk met zelf sporten en wil dat nu nog niet opgeven. Na mijn carrière zou ik wel graag coachen.
Hoe heeft sport jou als mens beïnvloed?
Sporten van toen ik jong was heeft mij acceptatie gegeven van mijn lichaam. Ik heb vrienden gemaakt in de rolstoel wat ook heel belangrijk is, om te kunnen praten over zaken die zij begrijpen. Ook de ontwikkeling van mijn lichaam; ik ben sterker geworden.
Ken jij vrouwelijke bestuursleden in jouw sport?
Ik ken wel vrouwen in het bestuur, maar als ze durven tegen de mannen in te gaan, dan wordt zo’n vrouw nogal eens snel buitengewerkt. Zij hebben liever een vrouw die overal in meegaat. Ik merk zeker dat een man in het bestuur nog steeds meer aanzien heeft.
Hoe moedigen we meer vrouwen aan om te coachen?
Er moet een moment komen waar er een vrouwelijke coach is voor een man of mannenteam. Op dit moment is dat niet zo. Mannen coachen mannen of vrouwen, maar vrouwen coachen altijd vrouwen. Toen Andy Murray Amelie Mauresmo als coach aannam, was er zoveel commentaar dat hij niet goed meer ging spelen. Dat moet veranderen en dat zal vrouwen inspireren om coach te worden.