Met nog enkele maanden te gaan tot de Olympische Winterspelen van Milano Cortina 2026, brachten Team Belgium en Olav Spahl, Chef de Mission voor Team Belgium, een dertigtal winteratleten samen in Rio Maior, Portugal. Op het programma: training, medische opvolging, teambuilding, ervaringsuitwisseling en mediaverplichtingen. Een stage die zowel op sportief als op menselijk vlak een strategisch rol vervult. “Wat ik wil, is dat de atleten naar huis gaan met een écht gevoel van verbondenheid.”
Stage in cijfers
Van 19 tot 25 mei 2025 kwamen 65 leden van de Belgische delegatie samen in het Desmor Sports Centre in Rio Maior, als voorbereiding op de Spelen van 2026. Het is al de derde keer – na 2017 en 2021 – dat deze locatie Team Belgium ontvangt. Dit jaar nemen 31 atleten uit 8 wintersporten deel (biatlon, bobslee, langebaanschaatsen, shorttrack, skeleton, alpineskiën, skialpinisme en snowboard). Ook twee speciale gasten zijn van de partij: Noor Vidts (atletiek, brons op de zevenkamp – Parijs 2024) en Nicole Silveira (Braziliaans sparringpartner in skeleton, 4e op het WK 2025). Zij delen hun ervaringen om de atleten te ondersteunen in hun voorbereiding.
Waarom Rio Maior?
Gelegen in het hart van Portugal biedt het olympisch centrum van Rio Maior een ideale omgeving voor een algemene voorbereiding, zeker in deze fase van het seizoen waarin sneeuw en ijs nog niet cruciaal zijn. “De meeste atleten hervatten hun training in mei of juni. De specifieke voorbereiding op sneeuw volgt pas later, in juli of augustus. En eerlijk? Ook wintersporters houden van zon,” aldus Spahl.
De locatie werd ook gekozen omwille van de kwaliteit van de infrastructuur en het logistieke comfort voor een multidisciplinaire groep.
Training, gezondheid en groepsgeest
De stage, ondertussen een vaste waarde op de kalender van Team Belgium, heeft meerdere doelstellingen. “In de eerste plaats is het een trainings- en herstelstage,” zegt Spahl. “Daarnaast is het een kans voor een uitgebreide medische check-up vóór het olympisch seizoen, en een moment om de banden te versterken tussen atleten uit verschillende disciplines.”
Naast het sportieve aspect staat het kamp ook in het teken van de olympische waarden: vriendschap, respect en excellentie. Tot slot is er ook aandacht voor communicatie en zichtbaarheid van Team Belgium in aanloop naar de Spelen.
Begeleiding op maat
De atleten worden ondersteund door een ‘team binnen het team’: artsen, kinesisten, fysieke trainers, psychologen en coaches. Onder hen Jean-François Kaux (Chief Medical Officer) en sportpsycholoog Viktor Van der Veken, die beiden hun rol voor het eerst opnemen, maar al jarenlang meedraaien in olympische programma’s. De kinesisten zijn al geruime tijd betrokken bij de federaties, wat zorgt voor continuïteit in de begeleiding richting de Spelen. “Het is belangrijk dat elke atleet iemand heeft bij wie hij of zij terechtkan – een vertrouwenspersoon,” aldus Spahl.
Een week om van elkaar te leren
Onder de deelnemers zijn ook ervaren olympiërs zoals Hanne Desmet (brons in Peking 2022) en Noor Vidts (brons in Parijs 2024). Hun getuigenissen dragen bij aan een cultuur van delen en leren van elkaar. “Peer-to-peer learning, tussen atleten van dezelfde generatie, zorgt voor een authentieke overdracht van ervaring – gewoon aan tafel, tijdens een maaltijd.”
Deze verbondenheid wordt ook gestimuleerd om doorheen het jaar verder te leven, via sociale media of informele contacten tussen teamgenoten.
Een waardevolle traditie
De eerste stage in Rio Maior vond plaats in 2017 en heeft sindsdien zijn waarde bewezen. Zelfs in 2021, tijdens de pandemie, speelde de stage een belangrijke rol in de teamcohesie voor de Spelen van Peking. “Het gaat niet enkel om namen op een lijst, maar om het smeden van echte menselijke banden voor het grote moment.”
Op weg naar Milano Cortina, met vertrouwen
Voor Olav Spahl is de boodschap duidelijk: “Ik hoop dat elke atleet vertrekt met het gevoel ondersteund te worden, gedragen door een team. Of het nu gaat om een medisch advies, een praktische vraag of gewoon behoefte aan een gesprek – ze moeten weten dat ze er niet alleen voor staan.”