Jens Almey verdedigt samen met Ward Pétré de Belgische kleuren in het shorttrack tijdens de Olympische Winterspelen. Morgen, de eerste échte competitiedag in Pyeongchang, is het al meteen D-Day voor het duo. Dan schaatsen ze hun 1.500 meter.
"We bijten de spits af en da's wel leuk. We zijn nu ruim een week ter plaatse en helemaal aangepast aan het tijdsverschil en het ijs hier. Ik kijk uit naar de wedstrijd, ik voel me klaar", zegt Almey daags voor de competitie in Gangneung, de olympische site gelegen aan de Zuid-Koreaanse kust. In de aanloop naar deze Spelen had Almey wat moeite om de juiste vorm te vinden. "Het liep niet helemaal zoals gewenst. De vorm bleef wat weg. Maar sinds ik hier ben, lijkt alles in de juiste plooi te vallen. Gisteren heb ik een van mijn beste wedstrijdtrainingen ooit kunnen afwerken. Ik heb hard gewerkt en ik denk dat ik met veel vertrouwen aan de start kan verschijnen."
De piste in de Gangneung Ice Arena ligt er volgens Almey "heel hard" bij. "Dat is een voordeel voor mij als zwaardere schaatser", zegt de 21-jarige shorttracker, die als doel een plaats in de halve finales voorop stelt. Daarvoor moet hij de top drie in zijn voorrondereeks halen. "Dat ligt binnen mijn mogelijkheden. Maar mijn 35 tegenstanders zijn ook ambitieus. Als ik, als een van de jongere schaatsers hier, mijn rit op de juiste manier aanpak, zal ik tevreden zijn ongeacht het resultaat."
Met Pieter Gysel hebben Almey en Pétré een heel ervaren coach naast zich. "Hij heeft zelf drie Olympische Spelen meegemaakt. Hij heeft het shorttrack zien evolueren en deelt zijn kennis met ons. Met zijn ervaring kan hij bijsturen waar nodig. Het is zeker een troef."