Wereldkampioen wielrennen en winnaar van de
Vuelta Remco Evenepoel is op zondag 2 oktober onder
luid gejuich en applaus op het balkon van het Brusselse stadhuis verschenen. De
wielerkampioen was
korte tijd eerder op het stadhuis verwelkomd door burgemeester Philippe Close,
nadat hij eerder zondagmiddag in zijn woonplaats Dilbeek al gehuldigd werd als
ereburger.
De wielerkampioen werd op het balkon vergezeld van verschillende ploegmaats en begeleiders, bij wie Iljo Keisse, Yves Lampaert, en Pieter Serry.
"Ik moet voor de Vuelta mijn hele ploeg bedanken, en in Australië waren we met acht renners, dus er zijn er zeker vijf die hier niet bij zijn maar evenveel deze aandacht verdienen als ik", zei Evenepoel vanop het balkon. "Laat ons niet vergeten dat Yves dit jaar als eerste de gele trui droeg in de Tour, en dat dit het laatste jaar was van Iljo."
Toen hij die woorden uitspraak, werden zowel Iljo Keisse als Yves Lampaert door het publiek op de Grote Markt luid toegejuicht. Remco Evenepoel leidde het publiek vervolgens in de Viking Clap en bouwde nog een feestje op de het balkon van het stadhuis. Afscheid nemen deed de wielrenner met de woorden: "Tot volgend jaar".
"Dat was als grap bedoeld, maar maak daar nu geen titel van", zei de wereldkampioen achteraf. "Ik kan alleen maar tevreden zijn met de hele dag. Het was een uniek moment, het was fijn om zoveel mensen op de Grote Markt te zien, en om dit met familie, vrienden, ploegmaats en staff te beleven. Mijn vader is nog steeds hees, maar dat is al zo sinds de Vuelta. Persoonlijk voel ik me goed, maar ik ben ongeduldig om dinsdag voor het eerst in de trui van wereldkampioen te kunnen rijden. Dat zal een speciaal gevoel zijn. Veel verder dan dinsdag en nadien mijn huwelijk en mijn vakantie denk ik nog niet."
Belga