Over drie en een half jaar wordt de olympische wegrit weer een hoogtepunt van de Spelen. Het parcours in Tokio wordt voer voor klassieke renners. Of trekt een sprinter aan het langste eind? We nemen je alvast mee langs de (vermoedelijke) weg naar eeuwige wielerroem.
Officieel werd het parcours nog niet voorgesteld, maar de vermoedelijke route uit handen van het Japanse organisatiecomité verscheen al in verschillende media. In ieder geval zullen de renners en rensters koersen binnen de zogenaamde ‘Heritage Zone’, een van de twee zones in Tokio waar bijna alle competitieplaatsen liggen.
De startplaats voor de volgende olympische wegrit moet nauwelijks onderdoen voor het mythische Copacabana van Rio de Janeiro: het keizerlijk paleis (ook Kokyo genoemd) in het hart van de stad is één van de groene paradepaardjes van Tokio. Het is nog niet duidelijk of naast de start ook de finishlijn hier komt te liggen.
Na zo’n 25 vlakke kilometers zouden de renners en rensters een rondje van iets meer dan 15 kilometer afleggen. De mannen doen dat 16 keer, de vrouwen 7 keer. Het lokale rondje zou twee korte klimmetjes bevatten met een gemiddeld stijgingspercentage van iets meer dan 3 procent.
Na het lokale rondje gaat het dus ofwel terug naar de startplaats, ofwel naar een eindstreep vlak bij het Tokyo Stadium waar competities van voetbal, rugby en moderne pentatlon gehuisvest zullen worden.
Het parcours oogt dus minder zwaar dan dat van Rio 2016, waar het goud op voorhand weggelegd leek voor pure klimmers, tot Greg Van Avermaet ermee aan de haal ging. Ditmaal lijkt het voer voor sprinters en klassieke renners. De weg is nog lang, maar wij noteren de olympische wegrit alvast met stip in onze agenda!