Een olympische finale. Het moment waar je je hele leven voor getraind hebt. De zenuwen gieren door je lijf. De nacht ervoor heb je nauwelijks kunnen slapen. Je voelt je slecht, wil liever ergens anders zijn. Wat heb je nodig om in deze rollercoaster van emoties de prestatie van je leven neer te zetten? Zelfvertrouwen? Er is meer!
Zelfvertrouwen wordt vaak gezien als de eigenschap bij uitstek die succesvolle atleten onderscheidt van minder succesvolle atleten. Een eigenschap die op beslissende momenten de doorslag geeft en een wedstrijd in jouw voordeel kan doen kantelen.
Maar zelfvertrouwen is heel moeilijk om te krijgen en heel gemakkelijk om weer te verliezen. Het verlangen om te winnen kan tegen je beginnen te werken op een moment waar veel op het spel staat. Zelfvertrouwen is vluchtig, moeilijk om vast te houden.
Waarom zijn we er dan zo op gefocust? Is er iets anders dan zelfvertrouwen wat onze mindset voor een topprestatie kan verbeteren?
Al jaren buigt Peter Haberl zich als Senior Sport Psychologist voor USOC, het olympisch comité van de VS, over dit vraagstuk. Tijdens acht Olympische Spelen begeleidde hij atleten van Team USA in verschillende zomer- en wintersporten.
“De Olympische Spelen vinden maar om de vier jaar plaats, voor veel atleten is het een moment dat ze maar één keer in hun leven beleven,” vertelt Peter Haberl. “Puur sportief zou je ze kunnen beschouwen als alle andere competities maar tegelijk zijn ze totaal verschillend. Je hebt er weinig controle over de omstandigheden, ze duren lang en de druk is enorm. Logisch dus dat ze zorgen voor momenten van twijfel.”
“Die momenten van twijfel zijn perfect normaal, zelfs de beste sporters ter wereld hebben ze. Het gaat erom hoe je ermee omgaat: laat je de twijfel je gedrag bepalen of neem je zelf de controle in handen?”
“Ons verstand kan je zien als een machine die voortdurend gedachten en emoties produceert. Probeer maar eens helemaal nergens aan te denken, voor de meesten onder ons is dat een onmogelijke opdracht. Tijdens een wedstrijd wordt je verstand een dief. Wat hij steelt, is niet je zelfvertrouwen, maar je vermogen om aandachtig te zijn.”
Het vermogen om je aandacht te vestigen op het hier en nu, kennen we ook als mindfulness. Je accepteert het huidige moment en bent je bewust van je gedachten en emoties. “Negatieve, maar ook positieve gedachten kunnen je prestatie beïnvloeden,” zegt Peter Haberl. “Wie met zijn hoofd al bij de overwinning is, neemt onbewust wat gas terug. Ook de toekomst is niet het hier en nu.”
“Mindfulness helpt je om betere beslissingen te nemen onder stress. Je leert op een vakkundige manier te reageren op emoties. Daarin zit het verschil met relaxatie-oefeningen: zij hebben als doel om je af te keren van datgene wat onaangenaam of oncomfortabel is. Maar in een zeer uitdagende omgeving zoals de Olympische Spelen is dat een onmogelijke opdracht. Desalniettemin kan relaxatie wel een aangenaam neveneffect zijn van mindfulness.”
Hoe begin je eraan? Met kleine stapjes. Studies hebben aangetoond dat sessies van 12 tot 15 minuten al een verschil kunnen maken. Focussen op je ademhaling, een wandeling maken en je aandacht vestigen op elke stap die je zet …
“Ook mindfulness kan je trainen,” vertelt Peter Haberl. “In het begin voelt het heel ongemakkelijk aan om gewoon ergens te gaan zitten en op je ademhaling te letten. Maar na een tijd kan je zulke oefeningen zelfs in de moeilijkste omstandigheden gebruiken. Ook tijdens een wedstrijd leer je op die manier om je te focussen en om je handelingen los te koppelen van je gevoelens. Op het moment van de waarheid kan dat vermogen een wereld van verschil betekenen.”
Op 19 november, tijdens de virtuele stage van Team Belgium, ging Peter Haberl in gesprek met coaches, performance managers en technisch directeurs rond het onderwerp ‘The high performancemindset’.